Het doel van dit praktijkgerichte project is om te zoeken naar nieuwe prestatieperspectieven voor de marimba door te vragen naar de balafoon van West-Afrika. Door een triangulatie van onderzoeksmethodiek-participerende observatie (lessen met lokale musici en interviews), literatuur (Afrikaanse etnomusicologie, fenomenologie in muziek en muziekbelichaming) en artistieke praktijk (analyses en experimenten in muziek) - heb ik inzicht verworven in het beschrijven van de artistieke ervaring met het betreden van de "onbekende" balafonwereld. Het geschreven resultaat is een bespreking van hoe ik de obstakels van het leren, uitvoeren en luisteren naar balafonmuziek heb overwonnen en hoe deze ervaringen mijn originele artistieke praktijk en ideeën hebben vernieuwd en verrijkt. Vanwege de mondelinge traditie van de muziek zijn het balafon-polyritme en de melodische materialen belichaamd in vormen van bimanuele (tweehanden) coördinatiepatronen in plaats van symbolische representatie. Muziek maken wordt grotendeels geïnformeerd door de motorische sensoriek van de performer en lichaamsbeweging krijgt een cruciale rol in muziekcommunicatie en zintuiglijke waarneming. Het tweede doel van dit onderzoek is daarom om deze balafoonpraktijken toe te passen in de westerse uitvoering, inclusief de testcase van het gebruik van orale traditie in 'Drumming' (Steve Reich, 1971) en het concertprogramma 'In the Heat of the Moment' "dat bestaat uit vijf werken in opdracht van hedendaagse componisten.
Artikel links: http://www.musicandpractice.org/volume-2/challenges-potential-to-western-classical-marimba-performer/
http://www.esmuc.cat/esmuc_digital/layout/set/print/Esmuc-digital/Revistes/Numero-31-octubre-2014/Espai-de-recerca
Promotoren: Erik Myin & Kathleen Coessens
