Dit onderzoeksproject vormt het eerste deel van een groter postdoctoraal onderzoek dat tot doel heeft een fundamenteel kader te ontwikkelen voor het herdenken van experimentele Westerse ‘art’ music. Gepositioneerd op het kruispunt van artistiek onderzoek, kritische theorie en institutionele praktijken, stelt dit project vragen bij de historische uitsluiting van diverse tradities uit de canon van de Westerse kunstmuziek, met bijzondere aandacht voor Afro-Amerikaanse muziekpraktijken en de vermenging van improvisatie en compositie. Verankerd in relationele musicologie en dekoloniale perspectieven, stelt het een transformatieve benadering voor van zowel uitvoeringspraktijken als pedagogiek. Het project bestaat uit twee delen; het eerste, zoals voorgesteld in deze aanvraag, richt zich op experimentele muziekpraktijken die compositie en improvisatie combineren binnen de context van grote ensembles of orkesten. Er wordt een interdisciplinaire methodologie gehanteerd die archiefonderzoek, wetenschappelijke analyse en praktijkgerichte experimenten en workshops samenbrengt. Door structurele hiaten in repertoire, uitvoering en institutionele kaders aan te pakken, wil dit onderzoek inzichten en instrumenten bieden om de conceptuele, praktische en institutionele grenzen van experimentele muziek te verruimen. Uiteindelijk beoogt dit project een fundamentele herziening en praktische hervorming van de muziekcanon binnen conservatoria en de professionele muziekwereld, waarbij een inclusievere en levendigere connectie met het verleden, heden en de toekomst van de hedendaagse muziek wordt nagestreefd.
beeld: Wadada Leo Smith: Kosmic Music, 2008 (score excerpt)
Update: april 2025
